Per 1 januari 2014 geldt een provisieverbod voor beleggingsondernemingen. Wat houdt dit verbod in? Sinds 1 januari 2013 gold toch al een provisieverbod? Wat is daarbij gekomen per 1 januari 2014? Wat is het doel van het provisieverbod en wat zijn de gevolgen ervan? Deze en andere vragen zullen in dit blog worden beantwoord.

Wat houdt het in?

Het is een financiële dienstverlener niet langer toegestaan om voor het bemiddelen of adviseren provisie van de aanbieder van het financiële product te ontvangen of te betalen. Dit provisieverbod gold per 1 januari 2013 alleen voor financieel dienstverleners bij de advisering en bemiddeling in zogenoemde complexe financiële producten (bijvoorbeeld hypotheken en bankspaarproducten).

Ook voor beleggingsondernemingen

Voor vermogensbeheer, beleggingsadvies en execution only beleggen gold het provisieverbod nog niet. Per 1 januari 2014 is ook een provisieverbod voor beleggingsondernemingen (vermogensbeheerder, beleggingsadviseur, bank of broker) geïntroduceerd. Vanaf 1 januari 2014 kan een beleggingsonderneming voor haar diensten alleen nog een directe vergoeding van de eindklant ontvangen.

Wat wordt bedoeld met “provisie”?

Onder “provisie” worden de verschillende vergoedingen verstaan die in het verleden indirect aan beleggers werden doorberekend. Het provisieverbod geldt voor alle soorten provisie, dus voor zowel:

  • distributievergoedingen die beleggingsdienstverleners ontvangen van beleggingsfondsen als hun klanten in dat beleggingsfonds beleggen;
  • retourprovisies die brokers (effectenmakelaars) aan vermogensbeheerders en beleggingsadviseurs betalen voor het doorgegeven van opdrachten om namens een klant een order uit te voeren op de beurs;
  • aanbrengvergoedingen die een beleggingsonderneming aan derden verstrekt voor het aanbrengen van klanten;

Het provisieverbod geldt voor alle vormen van dienstverlening door beleggingsondernemingen: vermogensbeheer, beleggingsbeheer en execution only.

Doel

Net als bij het provisieverbod voor financiële dienstverleners, betaalt de klant vanaf 1 januari 2014 zelf direct voor de dienstverlening die hij ontvangt. Daarmee wordt beoogd dat het risico afneemt dat de beleggingsonderneming vanwege de provisie niet in het belang van de klant handelt.


Wat mag nog wel?

De beleggingsonderneming beheert het vermogen van de klant, geeft beleggingsadvies of laat de klant zelf beleggen. Hij mag daarvoor alleen nog een vergoeding van de klant zelf ontvangen (“directe betaling”).

Gevolgen

In het verleden werkten veel beleggingsondernemingen transactiegedreven en werd de klant aangespoord om transacties te verrichten. Echter, door het provisieverbod zijn de transactieinkomsten sterk gedaald. Beleggingsondernemingen zullen daarom op zoek moeten gaan naar een ander, meer dienstgedreven, verdienmodel waarbij advies belangrijker wordt.

Een voorbeeld van zo’n nieuwe verdienmodel is dat klanten van beleggingsondernemingen een periodieke (vaste) vergoeding voor beleggingsadvies betalen. Voor het uitvoeren van transacties kunnen nog dan wel nog extra kosten worden gerekend. Een variant hierop is de zogenaamde “totaalvergoeding” of “all-in fee”. Daarbij krijgt een cliënt beleggingsadvies en worden alle transacties uitgevoerd zonder aanvullende kosten zoals bewaarloon en couponprovisies.

Vragen

De advocaten van Beverwijk Van Gilst krijgen regelmatig vragen over het provisieverbod. Beleggingsondernemingen willen weten of zij voldoen aan de geldende regelgeving (compliance). Beverwijk Van Gilst Advocaten adviseert daarover en stelt zo nodig nieuwe contracten op die volledig voldoen aan de snel ontwikkelende wetgeving van het financieel recht.

Delen