Een opmerkelijke en hoopvolle uitspraak voor bedrijven die sportieve activiteiten aanbieden aan groepen, zoals bedrijfsuitjes of verjaardagsfeestjes. Op 24 maart jl. heeft de Rechtbank te Zutphen bepaald dat een kartcentrum niet aansprakelijk is voor de (letstel)schade van twee deelnemers van een groep, die door een ongeval in de pitstraat van de kartbaan gewond zijn geraakt.
In dit geval was aan de deelnemers voorafgaand aan de kartwedstrijd verteld dat deelname geschiedde op eigen risico en dat de directie en medewerkers van het kartcentrum op geen enkele wijze aansprakelijk konden worden gesteld voor schade van welke aard dan ook.
Volgens de Rechtbank is deze mededeling voldoende om de aansprakelijkheid voor het kartcentrum uit te sluiten, tenzij het kartcentrum ernstig verwijtbaar te kort zou zijn geschoten. Daarvan is in dit geval geen sprake, aldus de Rechtbank. En dus worden de vorderingen van de twee slachtoffers (en hun werkgever) afgewezen.
Prettig voor het kartcentrum, maar of deze redenering helemaal sluitend is moet betwijfeld worden. Het probleem met groepen bij dergelijke activiteiten is, dat de overeenkomst (met de algemene voorwaarden) vaak tot stand komt met één groepslid of de werkgever. De organisator kan jegens die persoon als contractspartij een beroep doen op de beperking van de aansprakelijkheid, maar de overige deelnemers zijn geen partij bij die overeenkomst.
Het is dan ook zeer verstandig om op de locatie de beperking van de aansprakelijkheid te herhalen voor iedere individuele deelnemer. Meestal gebeurt dit door de deelnemers ter plekke een verklaring (ook wel : “waiver”) te laten tekenen. In dit geval is het echter mondeling, waarschijnlijk tijdens de algemene instructie, gegaan. Het is zeer de vraag of het rechtsgeldig is om een “waiver” op deze manier te doen.
Feitelijk komt het er immers op neer dat de organisator de deelnemer afstand wil laten doen van zijn aanspraken ter zaken van ongevallen. Afstand van recht (artikel 6:160 BW) is een tweezijdige overeenkomst, met andere woorden, de deelnemer moet instemmen met het verlies van rechten.
Gaat de deelnemer, door het stilzwijgend aanhoren van een algemeen instructieverhaal in groepsverband, akkoord met afstand van recht? Ja, zegt de Rechtbank Zutphen, maar daar valt veel op af te dingen. Om onzekerheden te voorkomen is het toch zaak om van iedere deelnemer een handtekening te krijgen.
Lees hier de gehele uitspraak.
Bron: rechtspraak.nl