Essentie

Op 9 januari 2015 heeft de Hoge Raad in het arrest Eiser/Dexia uitgemaakt dat voor overeenkomsten waarbij de looptijd van een eerder gesloten aandelenleaseovereenkomst wordt verlengd toestemming van de andere echtgenoot is vereist.

Feiten

Deze zaak ging over een gehuwde man die in 1997 vijf leaseovereenkomsten heeft gesloten met Dexia. Op grond van deze overeenkomsten heeft de man geld geleend van Dexia waarmee aandelen zijn aangekocht. De man leasde deze aandelen vervolgens van Dexia. Over de geldlening moest de man rente betalen.

De overeenkomsten hadden een looptijd van vijf jaar. Na afloop van de looptijd hebben partijen de overeenkomsten met drie jaar verlengd. De overeenkomsten hebben geleid tot een restschuld. De man heeft deze restschuld in 2004 aan Dexia voldaan.

Voor het aangaan van de overeenkomsten en het verlengen van de overeenkomsten had de echtgenote van de man geen toestemming gegeven. Om deze reden heeft de echtgenote zich op grond van artikel 1:88 jo. 1:89 BW beroepen op de vernietigbaarheid van de overeenkomsten.

Kantonrechter

De kantonrechter heeft de vordering tot vernietiging van de overeenkomsten afgewezen omdat de rechtsvordering tot vernietiging van de in 1997 aangegane overeenkomsten was verjaard.

Hoger beroep

In hoger beroep stond de vraag centraal of de verlengingsovereenkomsten op zichzelf (los van de in 1997 aangegane overeenkomsten) wél door de echtgenote konden worden vernietigd. Volgens het hof was dat niet het geval, omdat verlenging van de overeenkomsten niet zijn onderworpen aan het toestemmingsvereiste van artikel 1:88 lid 1 sub d BW.

Hoge Raad

In cassatie werd door de man aangevoerd dat voor de verlengingsovereenkomsten – waarbij de looptijd wordt verlengd van eerder gesloten aandelenleaseovereenkomsten die als huurkoop moeten worden gekwalificeerd – wel degelijk de toestemming van de andere echtgenoot is vereist. De Hoge Raad heeft de man gelijk gegeven en de vordering tot vernietiging toegewezen.

De Hoge Raad kwam tot dat oordeel omdat artikel 1:88 lid 1 BW is bedoeld om echtgenoten, in hun belang en dat van het gezin, tegen elkaar te beschermen, onder meer wat betreft het verrichten van rechtshandelingen die kunnen ingrijpen in hun financiële positie, zoals die tot het aangaan van de in het artikellid onder d genoemde koop op afbetaling (waaronder ook valt die tot het aangaan van een huurkoop). De bedoeling van dit artikel brengt volgens de Hoge Raad mee dat ook voor verlengingsovereenkomsten zoals hier aan de orde, de toestemming van de andere echtgenoot is vereist. Aan die overeenkomsten is immers hetzelfde bezwaar verbonden als aan de oorspronkelijk aangegane overeenkomsten, namelijk dat deze leiden tot de verplichting om maandelijks (nieuwe) termijnbetalingen te verrichten voor de duur van de (nieuwe) looptijd.

Delen