De contra proferentem regel is voor algemene voorwaarden opgenomen in artikel 6:238 lid 2 BW. Deze regel is opgesteld ter bescherming van consumenten en houdt in dat, bij onduidelijkheid over de betekenis van een beding, de voor de consument meest gunstige uitlegt geldt. Er is veel discussie of deze regel ook tussen professionele partijen zou moeten gelden. Over het algemeen wordt aangenomen dat de contra proferentem regel ook van toepassing is op boetebedingen, ongeacht of het om een consument, of om een professionele partij gaat. De Rechtbank Maastricht heeft zich op 17 mei 2010 uitgesproken over toepassing van deze regel in een hele andere situatie: een Europese aanbesteding.

In deze zaak ging het om een onduidelijke bepaling over tussentijdse beëindiging. Dit artikel was eenzijdig opgesteld door de aanbestedende dienst en maakte deel uit van de aanbestedingsdocumentatie. Over dit beding was door partijen niet onderhandeld. Het betrof hier een Europese openbare aanbesteding waarop was ingeschreven door professionele partijen, zodat artikel 6:238 BW niet van toepassing was. Toch is de Rechtbank Maastricht van mening dat in dit geval de onduidelijkheden in de letter van het contract ten nadele van de opsteller van het contract dienen te worden gebracht.

Bij aanbestedingen heeft ook een professionele partij vaak maar een zeer beperkte invloed op de tekst van de voorwaarden, en moet hij bij inschrijving al verklaren dat hij akkoord gaat met de tekst van de nog te sluiten overeenkomst. De positie van de inschrijver is op dit gebied zwakker dan de positie van de aanbestedende dienst. Het is volkomen terecht dat de Rechtbank Maastricht de contra proferentem regel hier toepast.

Lees hier de hele uitspraak van de Rechtbank Maastricht.

Bron: rechtspraak.nl

Delen